Veelgemaakte fouten bij het aanbrengen van vloercoating

Een vloercoating zelf aanbrengen is goed te doen als je de juiste stappen volgt. Toch gaat het in de praktijk vaak mis door kleine slordigheden of verkeerde aannames. Denk aan een vloer die niet goed gereinigd is, een te vochtige ondergrond of een verkeerde mengverhouding bij 2 componenten vloercoatings. Het gevolg is een vloer die loslaat, ongelijk hard wordt of vol luchtbellen zit.

In dit artikel bespreken we 9 veelgemaakte fouten bij het aanbrengen van vloercoating. Bij elke fout leggen we uit waarom het misgaat, wat het veroorzaakt en hoe je het wél goed doet. Zo werk je met vertrouwen toe naar een strak resultaat.

9 Veelgemaakte fouten bij het aanbrengen van vloercoating

1. De vloer onvoldoende voorbereiden

Een epoxy vloercoating hecht alleen goed op een schone, droge en stevige ondergrond. Toch wordt in de praktijk juist deze stap vaak te snel uitgevoerd. Vaak onderschatten mensen hoeveel invloed achtergebleven vuil, vet of stof heeft op de hechting. Het lijkt schoon, maar dat is het vaak toch niet helemaal. Een vloer die alleen is geveegd of vluchtig gestofzuigd bevat vaak nog een laagje vet, cementsluier of microstof.

Hoe gaat dit verkeerd in de praktijk?

Mensen denken dat schuren automatisch alles verwijdert. Maar als er vóór het schuren niet is ontvet, druk je juist vetresten en fijn vuil dieper in de poriën van het beton of de cementvloer. De coating kan zich dan niet goed hechten en zoekt grip, waardoor deze later loslaat of zichtbare plekken vertoont.

Ook bij oude vloeren komen losse delen of stuivend beton vaak voor. Dit materiaal is niet dragend. De coating hecht daar wel op, maar zodra de ondergrond zelf loslaat, breekt de coating mee af.

Wat gebeurt er technisch?

Epoxy heeft voldoende poreuze opname of chemische hechting nodig. Vet, stof of kalkfilm vormt een barrière tussen de coating en de vloer. Hierdoor ontstaat geen binding. De coating ligt er dan als een soort laag bovenop, zonder te grijpen in de ondergrond. Dit maakt de vloer gevoelig voor loslaten, vooral bij mechanische belasting of temperatuurverschillen.

Wat zijn de gevolgen?

• De coating bladdert of schilfert af
• Er ontstaan plekken waar de vloer dof of ongelijk wordt
• Op termijn komt de vloer los bij belasting (zoals parkeren of verplaatsen van machines)
• Herstel betekent schuren, opnieuw reinigen en opnieuw coaten: extra tijd en kosten

Hoe pak je het goed aan?

• Repareer de ondergrond eerst als er beschadigingen zijn
• Start altijd met reinigen en ontvetten met een epoxygeschikte reiniger
• Schuur pas daarna, zodat de poriën schoon zijn en open komen te liggen
• Verwijder stof volledig met een industriële stofzuiger
• Controleer of de ondergrond stabiel is (geen stuivend of brokkelend beton)

2. Coating aanbrengen op een ongeschikte of vochtige ondergrond

Een epoxy vloercoating heeft een vaste en droge ondergrond nodig. Toch wordt er soms gestart op vloeren die nog vocht bevatten of niet volledig draagkrachtig zijn.

Hoe gaat dit mis in de praktijk?

Een betonvloer bijvoorbeeld lijkt na een paar dagen “droog”, maar diep in de vloer kan nog vocht zitten. Dit vocht probeert na het coaten omhoog te trekken. In contact met de epoxy ontstaat dan druk of verkleuring. Ook cementvloeren die stuiven of licht afbrokkelen vormen een probleem. De coating hecht wel op het oppervlak, maar zodra die vloerlaag loskomt, breekt de coating mee.

Wat gebeurt er technisch?

Epoxy hecht door een chemische reactie en moet zich aan de vloer kunnen vastzetten. Als er vocht of los materiaal tussen zit, ontstaat geen binding met de dragende massa. Bij vocht zoekt het water een uitweg, waardoor er blaasvorming, delaminatie of witte waas kan ontstaan.

Gevolgen

• Coating laat plaatselijk of volledig los
• Verkleurde plekken door opstijgend vocht
• Complete vloer moet opnieuw geschuurd en aangebracht worden

Zo voorkom je dit

• Meet het vochtgehalte van de ondervloer (max. 2,5%)
• Gebruik een bouwdroger bij twijfel
• Fixeer stuivende vloeren eerst met primer
• Bij zandcementvloeren: altijd testen op draagkracht

Niet elke vloer is direct geschikt voor epoxy vloercoating. Een te vochtige of instabiele ondergrond veroorzaakt problemen tijdens en na het aanbrengen. Weet je niet zeker of jouw vloer geschikt is? Bekijk dan vooral op welke materialen epoxy goed hecht via de pagina over epoxy hechting.

Veelvoorkomende situaties:

• Beton dat nog niet volledig is uitgehard of opgedroogd
• Tegels zonder te schuren of zonder primer behandelen, of de verkeerde primer gebruiken, zorgt vaak voor hechtingsproblemen. Wij hebben speciale epoxy primer voor tegels. 
• Zandcementvloeren die stuiven of loslaten
• Ongeïsoleerde vloeren die vocht vanuit de bodem opnemen

Gevolgen:

De coating kan uitdunnen, verkleuren, loslaten of blazen vormen door opstijgend vocht.

Oplossing:

• Meet het vochtgehalte of laat dit testen
• Breng bij zuigende vloeren altijd een geschikte primer aan
• Weet je niet zeker welke primer of coating past bij jouw ondergrond? Stel gerust je vraag, we denken graag met je mee en helpen je verder.

3. Component A en B verkeerd mengen

Epoxy vloercoating bestaat uit twee componenten: hars (A) en verharder (B). Deze moeten in exacte verhouding worden gemengd. Toch wordt dit vaak te snel of onnauwkeurig gedaan.

Wat gaat er fout?

Sommige gebruikers gieten beide delen ongeveer “op gevoel” in een emmer. Of mengen met de hand in 30 seconden. Ook pigmenten worden soms toegevoegd vóórdat de epoxy volledig gemengd is.

Wat gebeurt er technisch?

De reactie tussen hars en verharder komt niet volledig op gang. De coating blijft zacht, hardt alleen aan de oppervlakte uit of blijft plakkerig. Een verkeerd gemengde vloer zal chemisch instabiel zijn en sneller slijten, verkleuren of loslaten.

Gevolgen

• Zachte of rubberachtige plekken
• Plakkerige zones die vuil aantrekken
• Ongelijke uitharding
• Slechte krasvastheid
• Vloer moet volledig verwijderd en opnieuw aangebracht worden

Oplossing

• Houd je exact aan de mengverhouding van de verpakking en gebruik altijd een digitale weegschaal voor het afmeten
• Meng het materiaal 2 minuten met een verfmixer op lage snelheid.
• Giet het mengsel vervolgens over in een schone emmer (overgieten) en meng nog 1 minuut.
• Schraap tijdens het mengen goed langs de randen en de bodem mee.
• Voeg het pigment pas toe nadat hars en verharder volledig zijn gemengd.
• Giet het materiaal uit zonder de emmer leeg te schrapen. Ongemengd materiaal blijft vaak aan de randen en onderkant achter, en dit kan het eindresultaat negatief beïnvloeden.

4. Werken buiten de verwerkingstijd (potlife)

Na het mengen start de chemische reactie tussen hars en verharder. De tijd waarin je de coating nog kunt verwerken, noemen we de potlife. Veel gebruikers wachten te lang met aanbrengen of gaan te lang door, terwijl de coating al begint in te dikken.

Een veelgemaakte fout is dat men eerst alle randen doet en pas daarna het oppervlak. Dit moet juist gelijktijdig gebeuren. Regel daarom voldoende hulp, zodat je de taken kunt verdelen en binnen de verwerkingstijd blijft. Zo voorkom je problemen met het eindresultaat.

Wat gaat er mis?

De coating wordt pas aangebracht als de reactie al te ver is gevorderd. Hij voelt dan stroperig en vloeit niet meer goed uit.

Wat gebeurt er technisch?

Als de epoxy in de mengemmer langer doorreageert, verliest het zijn vloei-eigenschappen. De laag wordt moeilijk gelijkmatig verdeeld. De coating verliest zijn mechanische eigenschappen.

Gevolgen

• Zichtbare banen of rolstrepen
• “Sinaasappelstructuur” in het oppervlak
• Verminderde krasvastheid
• Onvolledige hechting

Zo voorkom je dit

• De verwerkingstijd ligt vaak rond de 20 minuten. Controleer altijd de exacte verwerkingstijd in de productinformatie van jouw vloercoating.
• Werk meteen na het mengen
• Bij warmere omstandigheden: kleinere batches mengen
• Gebruik een vlakke mengbak i.p.v. een hoge emmer (verlengd de verwerkingstijd)

5. Geen primer gebruiken waar dat nodig is

Een primer wordt gezien als extra optie, terwijl het in veel gevallen noodzakelijk is. Vooral op zuigende betonvloeren, tegels of zandcement. Epoxy hecht niet zomaar vanzelf aan bepaalde ondergronden.

Technisch gevolg

• De ondergrond zuigt delen van de coating op (zuigverlies)
• Coating hecht alleen oppervlakkig
• Lucht uit de vloer ontsnapt tijdens uitharding → luchtbellen

Resultaat

• Ongelijk vloeiende toplaag
• Plaatselijke holtes of slechte hechting
• Op termijn: loslaten in plekken waar vocht binnendringt

Oplossing

• Breng altijd een primer aan op zuigende, poreuze of gladde vloeren
• Gebruik de primer die past bij het type ondergrond
• Laat de primer volledig drogen voor je de topcoat aanbrengt

6. Een te dikke of te dunne laag aanbrengen

Een dikke laag lijkt aantrekkelijk omdat je sneller klaar denkt te zijn. Dit werkt echter averechts. En juist een te dunne laag wordt vaak per ongeluk aangebracht door onregelmatig gebruik van de roller.

Bij een te dikke laag

• Er ontstaat interne spanning → scheurvorming
• De laag trekt samen bij uitharding → glansverschillen

Bij een te dunne laag

• Ondergrond blijft zichtbaar
• Mechanische belasting beschadigt sneller
• De vloer is onvoldoende chemisch resistent
• De vloer zal niet vloeistofdicht zijn

Wat gebeurt er technisch?

Epoxy is ontworpen voor een bepaald verbruik per m². Als de dikte afwijkt, klopt de verhouding tussen massa en reactie niet. Dit beïnvloedt uitharding, glans en krasvastheid.

Oplossing

• Houd je aan het verbruik per m² op de verpakking
• Controleer tijdens het aanbrengen of de laag vol en gelijkmatig is
• Te laag rendement? Werk liever in twee lagen

7. Verwerken bij ongeschikte temperatuur of luchtvochtigheid

De temperatuur van de ruimte, de ondergrond én de coating zelf hebben grote invloed op het eindresultaat. Toch wordt deze factor vaak onderschat. Veel mensen denken dat “kamertemperatuur” wel goed is, zonder te meten of te controleren. 

Wat gebeurt er technisch?

Epoxy hardt uit door een chemische reactie tussen de hars en de verharder. Bij lage temperatuur verloopt die reactie traag. De vloer blijft dan te lang zacht of plakkerig. Is het te warm, dan reageert de coating juist te snel: hij vloeit niet meer goed uit en droogt ongelijk. Een te hoge luchtvochtigheid zorgt dat waterdamp zich bindt met de epoxy tijdens het uitharden. Daardoor ontstaat een witte waas of doffe plekken.

Gevolgen

• Slechte hechting tussen coating en ondergrond
• Ongelijke glans of verkleuring
• Scheurtjes of doffe plekken
• Coating die bij aanraking plakkerig blijft
• Minder harde eindlaag

Een veelvoorkomend gevolg is dat de vloer in eerste instantie hard lijkt, maar bij de eerstvolgende belasting in combinatie met vocht wit uitslaat. Dit gebeurt omdat tijdens de reactie niet alle amines zijn verbruikt. Wanneer achtergebleven amines in contact komen met water, slaan ze wit uit.

Oplossing

• Controleer altijd de temperatuur van de vloer en de omgeving (ideaal tussen 15 en 25 graden)
• De ondergrond mag niet kouder zijn dan 15 graden
• Zet vloerverwarming 24 uur voor het aanbrengen uit
• Werk niet in direct zonlicht of op een warme betonvloer
• Laat de ruimte na het aanbrengen rustig op temperatuur komen

8. Onjuist gereedschap gebruiken

Goed gereedschap is net zo belangrijk als een goed product. Toch wordt hier vaak op bezuinigd. Mensen gebruiken oude kwasten of rollers die nog in de schuur liggen. Dat lijkt handig, maar is vaak de oorzaak van een streperige of ongelijk verdeelde vloer.

Waarom gaat dit mis?

Niet elke roller is geschikt voor epoxy. Sommige rollers nemen te veel hars op en geven het weer ongelijk af. Anderen laten pluis of vezels achter. Oude kwasten hebben vaak opgedroogde resten of losse haren. Dat lijkt klein, maar bij een glanzende vloer valt elk foutje direct op.

Wat gebeurt er technisch?

Epoxy vloercoating is een dikke, zelfnivellerende vloeistof. Als het gereedschap niet de juiste structuur heeft, verdeelt de coating zich niet gelijkmatig. De vloeilaag vloeit minder goed, waardoor banen, strepen of lichte verdikkingen ontstaan.

Gevolgen

• Zichtbare rolbanen of strepen
• Kleine pluisjes of stofdeeltjes in de vloer
• Ongelijke glans of textuur
• Slechte vloeiing bij de randen

Oplossing

• Gebruik alleen rollers die geschikt zijn voor epoxy coating (bij voorkeur pluisvrije Nylon roller)
• Gebruik voor de randen een kwast
• Werk in één richting en overlap licht voor een egaal resultaat

9. De vloer te vroeg belasten

Een epoxy vloercoating doorloopt na het aanbrengen een volledig uithardingsproces. Na enkele uren voelt de vloer vaak droog aan, maar dat betekent niet dat hij al belastbaar is. Dit is een van de meest onderschatte momenten waarop projecten alsnog mislopen.

Wat gebeurt er technisch?

De epoxy is in de beginfase nog niet volledig chemisch uitgehard. De toplaag kan wel vast lijken, maar de moleculaire verbinding is nog niet compleet. Daardoor is de vloer extra gevoelig voor krassen, indrukken en vervorming.

• Het oppervlak kan lokaal indrukken krijgen door schoenen, hakken of tafelpoten
• Zware belasting drukt de nog zachte coating samen → permanente deuken
• Vuil blijft makkelijker plakken op een vloer die nog niet volledig chemisch stabiel is
• In extreme gevallen kan de coating licht vervormen of zelfs loslaten op plekken waar spanning optreedt

Duur van uitharding (indicatie)

De droog- en uithardingstijd kan variëren per vloercoating en omgevingscondities (zoals temperatuur en ventilatie). Onderstaande tijden geven een algemene richtlijn:

• Stofdroog: na 8 tot 12 uur
• Licht beloopbaar: na ca. 24 uur
• Mechanisch belastbaar: na 3 tot 5 dagen
• Volledig uitgehard en chemisch resistent: na 5 tot 7 dagen

In het algemeen geldt dat de meeste vloercoatings 24 tot 48 uur nodig hebben om voldoende te drogen, en pas na ongeveer een week volledig belast kunnen worden.

Hoe voorkom je deze fout?

• Raadpleeg de productinformatie met exacte uithardingstijden
• Gebruik de vloer na 24 uur alleen licht (bijvoorbeeld om voorzichtig te lopen met sokken of zachte schoenen)
• Wacht minimaal enkele dagen voordat je meubels terugplaatst
• Wacht tot volledige uitharding voordat je auto’s of zware machines plaatst
• Vermijd intensief gebruik totdat de coating chemisch volledig uitgehard is